Op vraag van en in samenwerking met OCMW’s ontwikkelde CEBUD een webtool voor de opmaak van een Sociale Balans. Het doel is om maatschappelijk werkers te ondersteunen om de leefsituaties van kwetsbare individuen op een overzichtelijke manier in kaart te brengen en evoluties op te volgen.
Om een GPMI op te stellen en doelstellingen te formuleren op maat van het individu, is het aangewezen om te vertrekken vanuit een geïntegreerde en kwaliteitsvolle analyse van de huidige leefsituatie van de cliënt. De Sociale Balans tool is hiervoor een geschikt hulpmiddel. Hulpverlener en hulpvrager geven samen een score aan verschillende levensdomeinen en bepalen van daaruit aan welke domeinen ze samen zullen werken en welke doelstellingen ze vooropstellen.
De tool wordt nog uitgetest tot december 2020. Na de testperiode en de definitieve oplevering, wil CEBUD de Sociale Balans beschikbaar maken voor alle OCMW's.
GPMI en Sociale Balans
In het kader van het opstellen van een Geïntegreerd project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI), wordt van OCMW's verwacht dat ze een ‘behoefteanalyse’ of 'sociale balans' opmaken als apart document of als onderdeel van het sociaal verslag. Deze 'sociale balans‘ vloeit voort uit Artikel 11 §1 van het Koninklijk besluit houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 11 juli 2002: "Alvorens een contract wordt gesloten, moet het centrum een beoordeling van de behoeften van de persoon hebben gemaakt". Volgens de POD Maatschappelijke integratie bestrijkt de 'sociale balans' verschillende domeinen (familiale situatie, gezondheid, budget en administratie, mobiliteit, opleiding en vorming, hobby's, zelfvertrouwen, communicatievaardigheden, ICT-vaardig-heden, sociaal netwerk en ondersteuning, organisatie-en planningsvermogen) en moet deze het mogelijk maken om 'stabiliserende' en 'destabiliserende' elementen te identificeren. Voor de bepaling van de GPMI-doelstellingen zijn beide elementen belangrijk om inzicht te krijgen in zowel de sterktes als de uitdagingen van de cliënt.
Een sociale balans kan een nuttig instrument zijn om het sociaal onderzoek te steunen, maar mag niet vervallen in een administratieve verplichting die bij een controle van de inspectie van de POD MI afgevinkt wordt. Het GPMI moet een vertaling zijn van de uitkomst van zo een sociale balans.
Waarom een Sociale Balans tool?
Het ontbreken van een geschikt instrument voor vele OCMW’s was de trigger voor CEBUD om een bruikbare webtool te ontwikkelen voor OCMW’s. De huidige sociale verslagen blijken in de praktijk vaak erg veel tekst te bevatten en geven zelden een integrale kijk op de leefsituatie van een cliënt en de mate waarin deze verbetert of verslechtert. Vanuit het werkveld kwam dan ook de vraag naar een overzichtelijk en flexibel instrument dat het mogelijk maakt om evoluties in een oogopslag weer te geven.
De Sociale Balans heeft niet alleen als doel om een visueel duidelijk overzicht te bieden, maar wil ook een integrale aanpak bevorderen door het in kaart brengen van de verschillende levensdomeinen op zowel persoonlijk als gezinsvlak. Op die manier krijgen cliënt en hulpverlener een integrale kijk op de situatie en kunnen ze samen op zoek gaan naar wat prioritair aangepakt moet worden op de weg naar zelfredzaamheid. Dit kan het startpunt zijn om in samenspraak doelstellingen te formuleren en te evalueren in het kader van het GPMI. De Sociale Balans tool beoogt zo een doelgerichte aanpak op maat, vanuit de autonomie en sterktes van de cliënt.
“Door de opmaak van de balans leer je je cliënten beter kennen. Het is een leidraad.”
“Belangrijk om vanuit de noden en het aanvoelen van de cliënt te vertrekken. Dit maakt soms ook zaken makkelijker bespreekbaar, bv. wanneer een cliënt aangeeft geen problemen te hebben rond verslaving, maar je merkt zelf wel zaken op, kan je dit op zo'n moment opentrekken met de cliënt.”
Ten slotte, kan de tool op termijn ook meer uniformiteit brengen binnen OCMW’s en inzicht geven in de resultaten van de hulpverlening. Lokale besturen kunnen dit als input gebruiken voor een structureel en proactief beleid.
Inzichten van de hersenwetenschap
Deze manier van werken sluit aan bij de principes van Mobility Mentoring. In deze benadering staat de kennis uit de hersenwetenschap centraal. Uit onderzoek blijkt namelijk dat chronische stress door schulden en onvoldoende financiële middelen een negatieve impact heeft op bepaalde hersenstructuren. Dit zorgt er onder meer voor dat het cognitieve geheugen minder goed werkt en dat het heel moeilijk wordt voor mensen in armoede om overzicht te bewaren en doelgericht en probleemoplossend te handelen. Armoede veroorzaakt een tunnelvisie waardoor voornamelijk beslissingen op korte termijn zullen worden genomen .
De hulpverlening moet hier op inspelen door samen met de cliënt te bekijken waar de leefsituatie structureel kan worden verbeterd, en hem/haar hierin ondersteunen. Aanklampende en generalistische hulpverlening zal zo stress weg nemen en mee zorgen voor het beperken van de cognitieve belasting. Een instrument zoals de Sociale Balans, dat op een visuele en intuïtieve manier leefsituaties in kaart brengt en helpt om concrete en haalbare doelen op te stellen, is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Dit moet mensen die van dag tot dag leven, helpen om per levensdomein langetermijndoelen te stellen en inzicht te geven in hun progressie naar zelfredzaamheid.
Hoe ziet de webtool er uit en hoe ga je ermee aan de slag?
In september 2019 werd de aftrap gegeven voor het proefproject ‘Sociale Balans’ met een eerste versie van de tool. Hiervoor werkt CEBUD samen met Neteland, een intergemeentelijke samenwerking tussen 7 OCMW’s, die vragende partij is voor een dergelijk instrument. Zij gaven de proefversie mee vorm en testen de tool momenteel uit.
In de tool zijn een hele reeks domeinen aanwezig (zie Tabel 1) met telkens vijf score mogelijkheden gaande van 1 als er nog veel marge voor verbetering is tot 5 als er geen verbeterpunten zijn. De bedoeling van de tool is om samen met de cliënt de verschillende levensdomeinen te overlopen en een score te geven. Er worden zowel domeinen behandeld op het niveau van het gezin als voor de gezinsleden afzonderlijk.
De tool is flexibel ontworpen, wat betekent dat OCMW’s zelf domeinen kunnen aanpassen en toevoegen. Op deze manier kan de Sociale Balans op maat van de verschillende sociale diensten worden afgestemd. De maatschappelijk werkers kunnen bij de scores ook opmerkingen ingeven om persoonlijk maatwerk toe te laten. Het overzicht van een momentopname is als het ware een foto die duidelijk maakt waar de krachten en de uitdagingen liggen voor dat gezin. Dit kan het uitgangspunt vormen voor het gesprek met de cliënt en het formuleren van de doelstellingen en acties die in het GPMI zullen worden opgenomen. Als het over langlopende dossiers gaat, is het interessant om het instrument op geregelde tijdstippen in te vullen. Zo worden evoluties voor zowel hulpverlener als hulpvrager duidelijk zichtbaar (zie Figuur 1).
Tot slot
CEBUD ontwikkelde de Sociale Balans tool met het oog op een stress-sensitieve, doelgerichte en integrale hulpverlening op maat. Het is een bruikbaar en intuïtief diagnose-instrument in het kader van het GPMI maar ook binnen de ruimere dienstverlening omdat problemen en vooruitgang in één oogopslag zichtbaar worden. De tool kan bijvoorbeeld ook worden ingezet voor de financiële en materiële ondersteuning van werklozen of in de schuldhulpverlening. Vanuit de analyse en autonomie van de cliënt kunnen lange termijn doelen worden opgesteld en evoluties worden opgevolgd.
Voor het opmaken van een sociaal dossier voor het Bijzonder Comité, kan het bovendien interessant zijn om de Sociale balans tool te combineren met de REMI applicatie die ontwikkeld werd door CEBUD voor het diagnosticeren van behoeftigheid. De combinatie van beiden zorgt voor een helder en visueel overzicht van leefsituaties en evoluties.
Ten slotte, voor lokale besturen kunnen de resultaten van de Sociale Balans een opportuniteit zijn om analyses op meta niveau toe te passen en zo de uitdagingen in de eigen gemeente te lokaliseren. De resultaten van de hulp- en dienstverlening worden dan ook beter zichtbaar. Dit stimuleert een multidisciplinaire samenwerking tussen hulpverleners en een proactief beleid.