Tom Vandooren is docent aan de Arteveldehogeschool, auteur en consultant. Regelmatig kijkt hij voor VIEWZ met een kritische en uitdagende blik naar de Vlaamse zorg- en welzijnssector. Dit onder het motto “drup & drover”: soms er boenk op, nu en dan er los over …
Panta rhei. Alles beweegt en verandert. Niemand van ons gaat slapen als dezelfde persoon die hij was bij het opstaan. De hele natuur zit tjokvol cycli. The circle of life, zoals Disney ons luidkeels liet meezingen. Maar ook actie en reactie, these en antithese. Soms sluipenderwijs, dan weer in plotse golven van revolutie. Verandering is een natuurwet.
En laat het aan mensen over om te morrelen aan natuurwetten. We hebben het op zich vrij gezapige karakter van natuurlijke en maatschappelijke verandering de laatste pakweg 100 jaar van een stevige steroïdeninjectie voorzien. Stoommachine, elektriciteit, massaproductie, digitalisering … de industriële revoluties volgden elkaar in steeds sneller tempo op. Met alle gevolgen van dien. De wereld is VUCA geworden: volatile, uncertain, complex en ambiguous. Vrij vertaald: het gaat hard, maar we weten niet goed in welke richting.
In een VUCA-wereld is het naar verluid belangrijk om adaptief en innovatief te zijn. Hoe steiler het bergaf gaat en hoe sneller we de heuvel af fietsen, hoe meer, sneller en creatiever we aan onze fiets moeten morrelen om het te blijven volhouden. Remmen of een minder steile afdaling kiezen is blijkbaar geen optie. Verandering beantwoorden met verandering. Qua sneeuwbaleffect kan dat tellen.
Dus moeten we doorlopend sleutelen aan onze processen en structuren, innovatief organiseren en zelfsturing omarmen, disruptief zijn, tot de early adopters te behoren, ons vergapen aan een kunstmatig opgeklopte start-upcultuur, open-spacekantoorruimtes inrichten – oh, nee, wacht, toch weer liever niet – om vervolgens onze service te redesignen vanuit een future proof benadering, liefst vanuit een community based benadering. Als u het snapt, geef me een seintje. Een stoet inspirerende best practices, zorgvuldig gekersenplukt en best niet al te kritisch onderzocht, verlicht daarbij ons pad. Werd u ook ooit enthousiast gemaakt voor de Semco-stijl? Nog iets van gehoord de laatste jaren?
En mochten de collega’s het van dit alles een beetje op de heupen krijgen, is er een uitgebreide bibliotheek volgeschreven over “omgaan met weerstand”. Ongetwijfeld vindt u op LinkedIn vlot een innovatiecoach die u daarbij graag verder helpt.
Het lijkt soms alsof we meegesleurd worden in een polonaise met zatte-nonkel-innovatie voorop. Niet echt omdat we willen, maar omdat dit naar het schijnt zo hoort. Nochtans is er ook iets te zeggen voor hardnekkige behoudsgezindheid.
Coca Cola houdt het al ruim 100 jaar bij hetzelfde recept en beveiligt het met dezelfde sérieux als die waarmee een gemiddeld Europees land het staatshoofd beschermt. Vitabis aten we zelf in lang vervlogen tijden, en net hetzelfde koekje schotelen we ons eigen nageslacht nu voor. Zelfs de kinderen op hun iconische verpakkingen bleven ruim 20 jaar onveranderd. K3 2.0 is op vlak van haarkleur, aerodynamische lichaamsbouw, vestimentaire keuzes en mate van muzikale virtuositeit amper te onderscheiden van de vorige editie. En VTM kleurt zoals vanouds onze dag.
Sommige organisaties en bedrijven hanteren dus blijkbaar én met succes de stelling dat als iets werkt, je er beter af blijft. Een strategie die hen geen windeieren lijkt te leggen. Dat is niet eens zo vreemd, wetende dat het creëren van een vertrouwensband tussen een klant en een aanbod tijd vraagt en leunt op voorspelbaarheid. Sommigen doen zelfs hard hun best om dit kunstmatig te creëren. Onze spaghettisaus in blik is bereid “op grootmoeders wijze” of volgens een “onveranderd recept”. Bepaalde diepvriespizza’s kregen zelfs de naam “tradizionale” mee.
Er valt iets te zeggen voor “traditionele” artsen, die tijd maken voor huisbezoeken. Voor sociaal werkers die het “op grootmoeders wijze” doen en naar me luisteren zonder simultaan op een laptop te tokkelen. Voor organisaties met een “onveranderd recept”, waar ik als ik binnenkom een kop koffie krijg en me niet via een tablet hoef aan te melden omdat dat “de bezoekersflow zo lekker strak maakt”.
Laten we daarom te midden van alle innovatiewoede eerst even stilstaan bij die zaken die hun nut bewezen hebben en waar de klant vertrouwen in heeft. En mikken om wat werkt te verbeteren, eerder dan te veranderen. Laten we niet de fout maken te denken dat anders en nieuwer ook altijd beter is. Soms is beter gewoon beter. Als een kop koffie werkt, is een goede vorm van innovatie op zoek gaan naar een nog betere kop koffie. Laten we ook niet de fout maken te denken dat traditioneel oubollig is. Ook traditionele artsen zijn prima in staat om wetenschappelijke ontwikkelingen te volgen en nieuwe werkwijzen te omarmen. Laten we ten slotte onze innovatiewoede eerst op onszelf richten. Pas als we zelf reuze-enthousiast zijn van een leidinggevende die tijdens ons evaluatiegesprek doorlopend zit te tokkelen, kunnen we overwegen dit tijdens een gesprek met een cliënt te doen. Zo maken we van innovatie geen zatte polonaise, maar een doordacht gechoreografeerd ballet. Ons publiek zal er ons dankbaar om zijn.