Tom Vandooren is docent aan de Arteveldehogeschool, auteur en consultant. Regelmatig kijkt hij voor VIEWZ met een kritische en uitdagende blik naar de Vlaamse zorg- en welzijnssector. Dit onder het motto “drup & drover”: soms er boenk op, nu en dan er los over …
De Vlaamse social profit zit vaker wel dan niet in de hoek waar de klappen vallen. Het kluwen van overheden die ons bestiert grossiert vooral in regelgevingen en besparingen. Ons “ondernemerschap” wordt afgewogen aan de mate waarin we happen in elke projectsubsidiewortel die voor onze neus bengelt, en terwijl de noden en problemen complexer worden, worden de ideologische én managementmantra’s steeds simplistischer. Middelen zijn er schaars, medewerkers zo mogelijk nog schaarser, en burn-out tiert welig.
Te midden al dit tumult proberen we onze organisaties én de mensen die er in werken draaiende te houden. “Krijgen wie we kunnen en houden wie we hebben” is zowat de officieuze HRM-mantra van de sector geworden. We hebben uiteraard een jargon dat beter bekt ontwikkeld, waarbij pakweg ‘onboarding’ een essentieel deel is van de ‘employee journey’ leidend tot ‘sustainable employability’, dit alles vanuit een sterke ‘purpose’, mooi vertaald in ‘big hairy audacious goals’. Maar de essentie blijft dezelfde: mensen binnen krijgen én houden.
In die zoektocht naar het binnen krijgen én houden van die even belangrijke als schaarse menselijke grondstof lijken twee verhalen vaak de toon te zetten.
In het ene verhaal – in neonletters boven de ingang – leggen we de nadruk op passie, talent, goesting en bevlogenheid. Werken in zorg, onderwijs of welzijn heet dan een roeping te zijn, enkel weggelegd voor de stevig intrinsiek gemotiveerden. Werken met en voor mensen doe je best niet louter om den brode, getuige ook de desinteresse voor stevige verloning en extralegale voordelen die we bij ‘mensen met een roeping’ impliciet verwachten …
Het andere verhaal – eenmaal binnenskamers – pleit voor zelfzorg. Eigen grenzen bewaken, afbakenen, een scheut mindfulness en een gezonde professionele afstand zijn dan de sleutels tot een gezonde en vooral lange carrière. Wie eenmaal van zijn roeping een job heeft gemaakt, moet vooral beseffen dat het ook ‘maar’ een job is … Vooral in contactberoepen wordt die oproep naar zelfzorg best vaak ook vertaald naar de klant (cliënt, gebruiker, bewoner, student …) toe: vooral naar hen toe moeten we beducht zijn veel, maar dan ook weer niet té veel te doen … Logisch, wetende dat blootstelling aan vaak heel problematische en complexe verhalen en emoties belastend is. Minder logisch, wetende dat best wel veel stress veroorzaakt wordt door de organisatie zelf (administratieve vereisten, ondermaats leiderschap, slechte arbeidsverhoudingen …).
Er lijkt me enige onverzoenbaarheid tussen deze beiden verhalen te zitten. Gepassioneerde mensen zijn moeilijk in te tomen en zijn er doorgaans niet voor gekend zichzelf netjes af te grenzen. Mocht Michelangelo zichzelf hebben afgebakend, had de sixtijnse kapel wellicht een plafond in gebroken wit gehad. Eindelijk je roeping kunnen waarmaken, om dan te horen te krijgen dat je best wat gas terugneemt, is een vreemde en demotiverende boodschap. Voor wie écht gepassioneerd is, is zelfzorg niet minder maar net meer uren per week die passie te kunnen volgen. En wie net van plan was om heel zorgvuldig met grenzen en eigen mogelijkheden om te gaan, zal wellicht net afgeschrikt worden door het prediken van de passie aan de voordeur.
Als het de sector menens is om mensen met een roeping binnen te halen én te houden, moet de nadruk misschien niet liggen op zelfzorg (want daar zijn passievolle mensen niet goed in), maar op gewoon zorg. En niet zozeer zorgen voor, maar zorgen dat. Zorgen dat ze hun ding kunnen doen, zo weinig mogelijk gehinderd door allerlei red tape. Zorgen dat toxische leiders eruit gaan, eerder dan weggepromoveerd te worden. En zorgen dat ondersteunende diensten écht ondersteunen door hulp te bieden eerder dan richtlijnen uit te vaardigen. Dergelijke zorgende organisaties staan ook open voor ‘organisatorische zelfzorg’, en juichen het skippen van een vergadering, het niet invullen van een bevraging of het niet lezen van een interne nota toe, vanuit een begrip voor mijn zorg voor mijn eigen grenzen. Organisaties die dit doen, kunnen mij – en wellicht ook anderen – krijgen én houden …